In memoriam Joost van Roosmalen

Joost was een echte carnavalsvierder die voor dun Birrekoal heel veel werk heeft verzet. Zowel voor, maar zeker ook achter de schermen. In de beginjaren van stichting Dun Blaouwun Beer liep hij het vuur uit zijn schoenen. In het boek 33 Joar Dun Blaouwun Beer staat op pagina 14 een foto uit 1971 over de ondertekening van de oprichtingsakte per 1967. Daarop afgebeeld bestuursleden van Dun Blaouwun Beer, notaris Wedemeijer en rechts in de hoek Joost van Roosmalen. Als er iets belangrijks gebeurde was Joost erbij. Hij was in die tijd de plaatselijk correspondent voor het Brabants Dagblad en kreeg het voor elkaar om regelmatig een stuk over dun Birrekoalse carnaval geplaatst te krijgen. Joost’s inspanningen werden natuurlijk goed gezien en daarom werd hij 1982 gewaardeerd met de hoogste Birrekoalse onderscheiding, de Zilveren Beer.


Naast het schrijven van teksten voor de Zevurdursaovunden, de carnavalskrant en de jaarlijkse Birrekoalse Slager was Joost ook jaren de steun en toeverlaat voor zijn vrouw Toos (Bets Buts) die hij van het begin tot het einde regisseerde bij haar geweldige buuts.
Tijdens zijn jaren als wethouder heeft hij zijn passie voor het plaatselijke verenigingsleven niet onder stoelen of banken gestoken. Met veel energie en daadkracht steunde hij allerlei initiatieven en stak ook diverse keren Dun Blaouwun Beer de helpende hand toe. Zoals het bouwen van de prinsenwagen in een sociaal werk project en het stallen hiervan op de gemeentewerf. Hij trad op als intermediair in de afspraken tussen het bestuur van den Durpsherd en Dun Blaouwun Beer.


In 1998, na zijn aftreden als wethouder, viel hem de hoogste eer toe die je in Dun Birrekoal kunt krijgen. Prins Joost I samen met Adjudant Jan (van Gaal) en hun Blaouw vrouwkes Toos en Ien. Deze eervolle functie heeft hij met volle overgave bekleed en er intens van genoten. Na zijn prinselijk jaar is Joost nog jarenlang voorzitter geweest van de optochtcommissie. Soepel regelen en niet teveel ouwehoeren was zijn stijl. Getuige de hoogst effectieve optochtcommissievergaderingen. Gewoon 1 keer per jaar en alles was geregeld. Toos zorgde er dan voor dat de inwendige mens altijd goed voorzien werd met de nodige worstenbroodjes.

Een markante Balkummer, een sociaal en betrokken mens, een groot genieter met een groot verenigingshart die altijd een luisterend oor had, is van ons heengegaan. Wij wensen zijn drie dochters Janine, Marieke, Nicole, hun partners en kinderen en de rest van de familie veel sterkte.