Terug in de tijd met… Jan en Willy Pommer

In deze tijd, waarin we carnaval niet kunnen vieren zoals we dat zouden willen, is het des te belangrijker om herinneringen op te halen.

Zodat we niet vergeten hoe belangrijk carnaval in Dun Birrekoal voor ons allemaal is. Elke week vragen we een beer of beerin om ons mee te nemen naar een moment die in hun geheugen gegrift is.

Met deze week… Jan en Willy Pommer!

HERINNERINGEN AAN DUN BLAOUWUN BEER
Aan dun Blaouwun Beer en aan het carnaval in Dun Birrekoal in het algemeen, bewaren wij vele goede herinneringen. Als burgemeester, als Meijer van Meeaanderdonk, maar ook als burgemeestersechtpaar en gewoon Jan en Willy, waren er jaarlijks diverse momenten, waar we bij dun Blaouwun Beer of in Dun Birrekoal actief of gewoon aanwezig waren. Ik denk aan de voorbereidingen van de carnavalsgids, de bezoeken aan de wagenbouwers, de zeverdusavonden, de prachtige avonden van de sleuteloverdracht, de carnavalsmissen, het jeugdcarnaval, de optochten met de prijsuitreiking na afloop, de boerenbruiloften, het kabinet, de vaak emotionele slotavonden op de Hooghei, maar ook optredens buiten het carnavalsseizoen, zoals de opening van de fietsbrug over “de kanaal” en het optreden bij Giel’s Frituur. Een aantal herinneringen zal ik kort beschrijven.

De totstandkoming van de Carnavalsgids was meer dan het schrijven van een voorwoord. Er ging rond het gekozen thema vaak een heel gebeuren aan vooraf met interviews en fotosessies. Omdat dit zich afspeelde in een periode ver voor het echte carnaval, had je toch al de nodige voorpret en een gezellige middag. Zo heb ik al eens in een bad gezeten en in het bed van de toenmalige Opperbeer Peer gelegen.

De ene Prins liet een stel klompen in de blauw-witte kleuren van de Birrekoal op maat maken en kwam stage lopen om ooit nog eens burgemeester te worden, de ander liet een joekel van een kei in de Birrekoalse kleuren bij den Durpsherd plaatsen, die inmiddels tot het officiële cultureel erfgoed van de gemeente en waar ik na mijn afscheid nog een herinnering op mocht plaatsen. Zo hebben we in de loop der jaren met heel wat Hoogheden mooie momenten beleefd.

Het bezoek aan de wagenbouwers was ook altijd een feest, dat eindigde in De Gouden Leeuw (helaas ook geschiedenis) om weer op temperatuur te komen. Ik was altijd warm gekleed, had de blauwwitte das om en droeg soms blauwwitte klompen. Op één van deze avonden zat er een keurige meneer in het café met een soort ambtsketen om. Achteraf bleek dit iemand van een serviceclub te zijn, die daar haar onderkomen had. Op mijn vraag, wat deze “ketting” betekende, antwoordde hij: “ik ben de burgemeester van Berlicum”. Daarop antwoordde ik, in mijn zojuist beschreven outfit,: “ U kunt mij van alles wijsmaken, maar dat ben ik toevallig” . Dat wilde de man natuurlijk niet geloven. Toen alle aanwezigen beaamden dat ik de burgemeester, ging de man door de grond – wat helemaal niet nodig was, omdat ik het hem totaal niet kwalijk nam – en heeft in dezelfde week nog een excuusbrief geschreven.

Willy zorgde er tijdens de carnaval voor, dat ik altijd overal op tijd was, de goede “kleuren” en onderscheidingen droeg, zij was altijd de chauffeur en lette op, wat mensen aan drankjes en dergelijke in mijn handen stopte. Kortom, mijn grote steun en toeverlaat. Het was dan ook niet meer dan terecht, dat zij op een avond van dun Blaouwun Beer, waar ik niet bij was, op voordracht van het toenmalige carnavalsgroepje “ we zén d’r efkes nie” (lidmaatschapskosten € 1,51 + 4 cent) werd onderscheiden met een zilveren medaille (zie bovenstaande foto). We hebben overigens bij dun Blaouwun Beer altijd ervaren en dat ook gewaardeerd, dat wij beiden altijd even welkom waren en altijd gelijk behandeld werden. Willy was niet “de vrouw van” en voelde dat ook niet zo. Bij een bingo tijdens het diner van het kabinet van Oud-Prinsen en Oud-Adjudanten in 2010 behaalde Willy een prijs. Meestal gaven wij prijzen terug, omdat we het altijd moeilijk vonden om als echtpaar in de prijzen te vallen. In dit geval moest Willy de prijs in ontvangst nemen. Het betrof “een diner voor twee”. Met hoge verwachtingen opende Willy de envelop en deze dinerbon gaf ons het recht op een bezoek aan Giel’s Frituur. Toen wij op een mooie zaterdagmiddag in april onze dinerbon gingen verzilveren, verschenen plotseling de Hoogheden en wat gerei eromheen bij Giel. Wat een “eenvoudige hap voor twee personen” zou zijn, werd zo een enorme gezellige middag. En zo zijn er vele verhalen te vertellen. Wij hebben ons altijd welkom gevoeld en blijven ook in de toekomst de contacten met Dun Blaouwun Beer te onderhouden. Wij beschouwen het oprecht als een grote eer toegelaten, ja zelfs geïnaugureerd te zijn, in het Kabinet van Oud-Prinsen en Oud-Adjudanten.

Jan en Willy Pommer